‘Keihard aanpakken? Regels stellen én vertrouwen geven’

Een leven lang deed hij als politieman zijn best om mensen in de bak te krijgen, nu probeert hij ze er juist uit te houden. Huub Schuurmans (1948) is vrijwilliger bij Stichting Moria.

Een voormalige politieman tussen voormalige criminelen…
‘Ik vertelt het altijd zelf aan de jongens die hier in huis komen wonen. “Ik heb geen werk meer”, zeg ik dan, “ik ben een gepensioneerde wout”. Dan moeten ze wel even slikken, de meesten zijn niet zo gek met de politie… Maar na een tijdje maakt het niks meer uit. Dan maken we er grappen over – of komen we er juist door aan de praat.’

Wat doen de bewoners van Stichting Moria?
‘Dit huis in de bossen tussen Nijmegen en Groesbeek is opgericht door fraters Maristen en zusters van Julie Postel. Hier wonen vijftien jonge (ex-)delinquenten die opnieuw willen beginnen. Daar worden ze intensief in begeleid: een jaar intern en een jaar extern. Ik ben vrijwilliger in huis en via de Stichting Exodus ben ik maatje van oud-bewoners. Dat laatste betekent dat ik nog een tijd wekelijks contact met ze houd, voor de gezelligheid en om een helpende hand te bieden.’

Is het een grote overstap, van smeris naar maatje?
Ik heb in de straatdienst gewerkt, bij de zedenpolitie en de kinderpolitie. In dat werk heb ik heel wat mensen opgepakt die de wet hadden overtreden. Maar ik was altijd gericht op de sociale kant van het vak. Aan het einde van mijn loopbaan was ik wijkagent. In die functie was ik voor veel mensen een vertrouwenspersoon. Ik schreef lang niet alles op hoor, al moest dat eigenlijk wel. Soms dacht ik: zit ik hier wel goed, bij de politie?’

U kwam als agent al bij Moria?
‘Ja, en altijd in uniform. Ik kwam er graag, vaker dan nodig was. Ik vond het leuk tussen die jonge knullen en vond de sfeer in huis prettig. Nu kom ik er meerdere keren per week. Het doet mij goed als ik mensen de goede kant op kan helpen, toen en nu. Niet door lange verhalen af te steken, maar gewoon door met de jongens om te gaan, met ze te lachen en naar ze te luisteren. Soms geef ik advies.’

Dus het is ook goed voor u?
‘Voor mijzelf is het een verrijking. Ik woon alleen, mijn zoons zijn volwassen en mijn ouders zijn oud en weinig mobiel meer. Dat is best een zorg, want ik heb geen broers of zussen. Het omgaan met deze jonge mensen doet me goed. Ik heb geluk gehad in het leven, en hier kan ik iets weggeven van wat ik heb.’

Wat trekt u in deze jongens?
‘Hun verhalen interesseren me. Ik kan thuis op de bank een spannend boek lezen, maar wat je hier hoort is echt! De meesten hebben gebroken levens: gebroken gezinnen, schulden, verslavingen, mishandelingen, noem maar op. Ze moeten een hoop ellende overwinnen om hun leven op orde te krijgen, en daar is moed voor nodig. Want wij gaan hun problemen niet voor ze oplossen: dat moeten ze zelf doen. Wij begeleiden ze daar bij.’

Waar worden ze bij geholpen?
‘Vaak is dat heel basaal: nadenken over wat ze willen in de toekomst. Zelfstandig leren zijn. Omgaan met geld. Schulden afbetalen. Naar school gaan of werk vinden. Echte vrienden vinden en houden. Zich aan afspraken houden. Luisteren naar elkaar. Maar ook: zelf koken, poetsen, ramen lappen.’

Is dat niet veel te soft? We hebben het toch over criminelen? Moeten die niet keihard worden aangepakt?
‘We hebben huisregels waar ze zich aan moeten houden, en wie een misdrijf pleegt kan vertrekken. Maar verder? Leveren die heropvoedingskampen zoveel op dan? Deze jongens zijn al hard aangepakt, want ze hebben in de bak gezeten. Bovendien is de samenleving al hard voor ze. Probeer maar eens aan een baan te komen als je een strafblad hebt. Zelfs een vuilnisman heeft een verklaring van goed gedrag nodig. Deze jongens hebben een tweede kans nodig: vertrouwen en een aai over de bol. Weet je dat sommigen nog nooit in hun leven een compliment hebben gehad?’

Bent u nooit bang?
‘Ze hebben een keiharde kant, maar ook een zachte. Dat zie je als je vaker met ze optrekt. Als je luistert en vertrouwen geeft, dan kun je ook eerlijk zijn als ze het verprutsen.’

Werkt het?
‘Zo’n zeventig procent van de bewoners krijgt hun leven weer op de rails – en blijft uit de bajes.’


Verschenen in Nestor, tijdschrift van de Unie KBO.