De naam Moria is de naam van de plaats van ‘het offer van Abraham’ (De Bijbel: Genesis 22).
In een lied van Leonard Cohen komt deze zin voor:
Ring the bells that still can ring
Forget your perfect offering
There is a crack in everything
That’s how the light gets in.
De bewoners van Moria willen misschien wel het perfecte offer brengen. Een offer dat verzoent, dat uitwist, dat goedmaakt. Het offer is er voor wat hen overstijgt, voor de samenleving, zodat ze mogen terugkeren. Maar het offer is er ook voor henzelf. Waarom zou wat jij te bieden hebt niet perfect zijn?
De regels van Leonard Cohen wijzen erop dat het er niet om gaat dat we een perfect offer brengen. Ze keren de beweging om. Het lied wijst de weg naar de barst die overal in zit. Daar is iets geks mee, want daardoor kan er licht naar binnen vallen. Het licht komt van buiten en is niet van jezelf. Maar die barst is weerbarstig. Wie wil er naartoe als ze voelt als een zwakte, een fout?
De jongemannen die in ons huis wonen zijn – niet letterlijk – tot de tanden gewapend, ze hebben zich gepantserd en een masker opgezet om die barst in hun leven te verdedigen, te beschermen en te verbergen achter ogen die wegkijken. Voor wie zich laat ontwapenen en ontmaskeren, vormt de barst een kleine opening: het begin van meer, een kans misschien, een lichtpuntje.