Danny is kwaad. Hij werkte met plezier als vuilnisman, maar dat mag niet meer. Er zijn nieuwe regels: hij moet een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben. ‘Wat willen ze dan dat ik doe?’
Je doet iets fout. Je krijgt straf. En daarna ga je de maatschappij weer in. Maar dat is moeilijk als je nauwelijks aan een baan, stage of werkervaringsplaats komt. Een drempel die steeds vaker wordt opgeworpen is de VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag. Logisch vanuit een organisatie gedacht, desastreus voor de bewoners van Moria – en voor de samenleving.
Danny (27) is kwaad. Hij brengt het netjes (en in onvervalst Nimweegs), maar zijn woede is voelbaar. ‘Ik zit alweer 2,5 jaar thuus. Ik word nergens aangenomen. En waarom? Ik heb tien maanden goed gewerkt. Wat willen ze dan dat ik doe?’
Ook voor zijn delict en gevangenisstraf werkte Danny als vuilnisman. Na zijn straf hielp Moria hem via een uitzendbureau aan een plaats bij een vuilverwerkingsbedrijf in de regio. Daar werkte hij tien maanden, met groot plezier.
‘Het is gewoon mooi werk’, zegt hij. ‘Je bent vrij, lekker de hele dag buiten. Je kunt ouwehoeren met de jongens. Soms is het een sport om te kijken of je eerder klaar bent dan de andere wagens. En je ziet nog eens wat, een mooi meisje of zo…’
Maar na tien maanden veranderde er iets: het bedrijf stelde voor alle personeel een Verklaring Omtrent het Gedrag verplicht, en die kreeg Danny niet. ‘Ik snap er nog steeds niks van’, zegt hij. ‘Het ging goed, ik zou zelfs mijn groot rijbewijs gaan halen! Mijn collega’s zijn nog allemaal naar boven gegaan, naar het kantoor. Maar nee hoor. Ik ben er gewoon uitgenaaid.’
Wie is verantwoordelijk?
Danny is slachtoffer van nieuw beleid van het bewuste vuilverwerkingsbedrijf. ‘We hadden wat vervelende ervaringen gehad’, legt de personeelsfunctionaris uit. ‘We hebben stappen genomen om meer risico’s uit te sluiten, zoals de VOG en het vragen naar referenties. Dat is de lijn en die geldt voor iedereen.’
Het is geen fijne boodschap voor jongens als Danny, erkent de functionaris. ‘Maar je kunt ons toch niet verantwoordelijk maken voor allerlei maatschappelijke problemen? We werken ook met wajongers en langdurig werklozen. Dat zijn allemaal werknemers die extra aandacht vragen. Ik zal niet zeggen dat we overvraagd worden, maar we moeten ook gewoon kwaliteit leveren tegen een lage prijs. Daar worden we op afgerekend.’
Het is het drama voor veel Moriabewoners in een notendop. De VOG is bedoeld om organisaties te beschermen tegen mensen met een verleden. Niemand wil een veroordeelde zedendelinquent op een school hebben, een fraudeur op de administratie of een alcoholist achter het stuur – zeker niet zonder het te weten.
Op de knieën
De VOG is bedoel om organisaties te beschermen tegen mogelijk gevaarlijke enkelingen. Maar het effect is vaak dat welwillende enkelingen geen kans krijgen om een nieuw bestaan op te bouwen. Zelfs als ze, zoals Danny, al hebben laten zien goed te kunnen functioneren.
Moria-coördinator Jan Wassink vertelt over die frustratie. ‘Het is soms niet realistisch, zoals wij op de knieën moeten om iemand een kans te geven zich te mogen bewijzen. Hier in huis is VOG haast een scheldwoord geworden. Organisaties willen zekerheid en proberen risico’s uit te sluiten. Maar de VOG zegt alleen iets over het verleden, niet over hoe het nu met een jongen is.’
De kwestie VOG kwam ter sprake toen de Nijmeegse wethouder Turgay Tankir in april bij Moria kwam. De PvdA-er liet via Twitter weten – het was verkiezingstijd – graag op de koffie te komen bij wijken en instellingen. ‘Kom bij ons eten’, twitterde Moria terug. Korte tijd later was Tankir ‘gast aan tafel’. Onder die vlag komen vaker mensen bij Moria eten en praten over hun werk.
Serieus nemen
‘We hebben heerlijk gegeten’, vertelt Tankir, ‘de jongens hadden gekookt. Daarna brachten zij hun thema’s in, vooral de belemmeringen die ze ervaren om een plek in de samenleving te vinden. Wat indruk op me maakte was de huiselijke sfeer en de ernst van de jongens. Moria neemt hen serieus in hun wens dat ze een ander leven willen. Dat moeten wij ook doen.’
Tankir maakte er werk van, daags daarna belde er al een ambtenaar en zelf belde hij op verkiezingsdag om te informeren. Inmiddels heeft één jongen dankzij zijn bemiddeling een plek gekregen als lasser in opleiding, bij het Nijmeegse bedrijf BikkelArt. ‘Ik heb de mensen van Moria ook wat tips kunnen geven om te participeren in het Nijmeegse netwerk’, vertelt Tankir.
Maar Danny zit nog steeds thuis. ‘Waarom moet je eigenlijk een bewijs van goed gedrag hebben om vuilnis op te halen?’, schampert Danny. ‘Zijn ze bang dat ik vuilniszakken ga jatten of zo? En het werk moet toch gedaan worden. Wie gaat het dan doen? Ik zie mijn advocaat niet achter de wagen lopen hoor!’
Wie doet mee?
Het pijnlijke van het verhaal is dat de VOG-drempel zichzelf in stand houdt, of zelfs verhoogt. Want wat moet je, als je geen kans krijgt een nieuw bestaan op te bouwen? Dan ga je het slechte pad weer op, en dus blijkt iemand die geen VOG krijgt inderdaad een risico. ‘Ik ga dat niet doen’, zegt Danny. ‘Ik heb mijn lesje geleerd en ik heb familie en vrienden om me heen. Maar ik weet niet wat ze willen dat ik wel doe. Over anderhalf jaar kan ik wel een VOG krijgen.’
Danny hoopt dat het vertellen van zijn verhaal helpt om mensen aan het denken te zetten. Liefst mensen die in staat zijn om uitzonderingen toe te laten en samen te werken met begeleiders van Moria. Samen kunnen we ruimte maken voor jongens die een tweede kans nodig hebben.
Als u zo iemand bent of kent, neem dan contact op met Moria of stuur dit bericht door.
De naam van het bedrijf in kwestie en de personeelsfunctionaris zijn in dit artikel niet genoemd. We willen niet iemand aanklagen, maar wijzen op een verantwoordelijkheid die we als samenleving moeten nemen, naar draagkracht.
Overigens heeft wethouder Tankir toegezegd zich voor de zaak van Danny in te spannen.
.
VOG, Verklaring Omtrent het Gedrag
De verklaring omtrent het gedrag (VOG) wordt ook wel ‘bewijs van goed gedrag’ genoemd. Iedere werkgever die iemand wil aannemen kan ernaar vragen. Voor sommige functies is het verplicht, zoals voor onderwijzers, gastouders en taxichauffeurs. Ook bij tijdelijk of vrijwillig werk kan een VOG nodig zijn, bijvoorbeeld als je met gevoelige informatie of kwetsbare mensen gaat werken.
Een VOG-aanvraag wordt beoordeeld door Justis, de screeningsdienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze dienst kijkt of er een strafblad is via het Justitieel Documentatie Systeem. Soms gebruikt men ook politieregisters of informatie van Openbaar Ministerie of Reclassering.
De VOG heeft een terugkijktermijn van vier jaar. Zedendelicten hebben een onbeperkte terugkijktermijn en er zijn uitzonderingen voor bijvoorbeeld jongeren onder de 23 (twee jaar) of functies met ‘een hogere integriteitseis’, zoals tolken en politiemensen.
In principe moet Justis kijken of het strafbaar feit iets te maken heeft met de baan in kwestie. In artikel 35 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens staat in welke gevallen de minister (in wiens naam een VOG wordt afgegeven) een VOG kan weigeren: ‘Onze Minister weigert de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag, indien in de justitiële documentatie met betrekking tot de aanvrager een strafbaar feit is vermeld, dat, indien herhaald, gelet op het risico voor de samenleving en de overige omstandigheden van het geval, aan een behoorlijke uitoefening van de taak of de bezigheden waarvoor de verklaring omtrent het gedrag wordt gevraagd, in de weg zal staan’.
20 mei 2014